Ontslag bewindvoerder
Curatele, bewind of mentorschap eindigen als de persoon om wie het gaat weer voor zichzelf kan zorgen. De kantonrechter moet de beschermingsmaatregel wel eerst opheffen. Zodra er simpelweg geen redenen meer voor de maatregel zijn, heft de rechter deze op.
Daarnaast kan een curator, bewindvoerder of mentor ook ontslagen worden waarna hun taak logischerwijs eindigt. Op grond van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een bewindvoerder ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden.
Indien een rechthebbende het ontslag van de bewindvoerder verzoekt wegens gewichtige redenen, zal hij dit voldoende moeten onderbouwen. Wanneer hij bijvoorbeeld stelt dat de relatie tussen hem en de bewindvoerder ernstig verstoord is en dat tussen hen sprake is van een vertrouwensbreuk, of de communicatie tussen hem en de bewindvoerder zodanig slecht is dat ook daarom sprake is van een gewichtige reden voor ontslag is het enkel doen van deze bewering zeker niet voldoende. Als een bewindvoerder uitlatingen doet waarbij hij over de schreef gaat en waarbij de opmerkingen getuigen van respectloosheid naar de rechthebbende, of als de bewindvoerder structureel voorbij lijkt te zijn gegaan aan de wensen van de rechthebbende, is er bijvoorbeeld zeker sprake van gewichtige redenen om de bewindvoerder te ontslaan. (Rechtbank Midden-Nederland 12-02-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:824)